Thuis was iedereen naar de voetbal aan het kijken, GM en
Jasper gingen ook eens piepen maar GM was al snel weg omdat hij het saai vond. Speciaal
voor de match hadden ze ook de generator aangestoken, en zo konden we nog even
profiteren van de stroom. Maar al snel viel die uit, samen met het vallen van
de nacht. We trokken nog eens Kanzi in (zonder onze chauffeur en Zeph) om
inkopen te doen, o.a. brood als avondeten, wat water (we leven dus letterlijk
op water en brood!) en boter. Aangezien er niets te doen valt ’s avonds, zijn
we maar vroeg gaan slapen. Het nieuws over vandaag is wat korter, omdat de
sfeer nogal bedrukt is. We voelen ons een beetje in een commune waar je
constant in het oog gehouden wordt, alles moet gebeuren zoals de paters het
willen, ze vragen constant geld voor het minste dat ze moeten doen (zoals het
houden van de mis gisteren). Vandaag zijn we speciaal zelf spaghetti gaan kopen
zodat de kokkin iets deftigs voor ons zou klaarmaken, en het was zelfs heel
lekker, maar vanzelf gebeurt er niets. We hebben alle ingrediënten zelf
gekocht, en zelfs nog vroeg ze geld , enkel en alleen omdat ze gekookt had… De
informanten waar we vandaag mee gewerkt hebben zijn al iets beter dan die van
Boma, maar Honoré waar ik mee gewerkt heb was niet echt geïnteresseerd en de
informant van Jasper gebruikte bijna enkel maar Franse woorden. Het sanitair
laat ook aan zich te wensen over, het enigste water bevindt zich in een grote,
open container waar al het vuil in valt. Dat water dient dus om het toilet door
te spoelen en om te wassen (wat we tot nu toe nog niet hebben willen doen; de
kans dat je er vuiler op wordt na het wassen lijkt ons te groot). Toen ik
vanmorgen een emmer vulde had het water een donkerbruine kleur op de bodem.
Onze voorraad choco en confituur geraakt ook stilletjes aan op, dus vandaag
hebben we twee blikken sardienen gekocht, ook om de chauffeur en Zeph nog iets
te geven voor bij de boterham. Het bare
minimum voor ons om te werken is toch wel toegang tot stroom, alleen al
maar om de batterijen op de laden van onze opname apparatuur. We merken vandaag
dat het zo niet echt verder kan, en ten laatste overmorgen moéten we hier weg,
verder naar Mwanda.
maandag 3 september 2012
Into the wild, African [mɜs] and an unpleasant atmosphere (02-03/09/2012)
Ik
heb verbazend genoeg voortreffelijk geslapen op de gefabriceerde
slaapconstructie. Rond zeven uur werd ik wakker van het licht en mensen die
buiten staan de praten/roepen. Ik bleef nog liggen tot kwart na zeven, zoals
afgesproken. GM was blijkbaar al vroeg wakker, ik vond hem al schrijvend in
zijn eigen dagboekje. Terwijl we op het ontbijt aan het wachten waren hebben
Jasper en ik ons onder een afdakje op onze stoelen gezet, aangezien het begon
te druppelen. We werden door een pastoor meegenomen naar de varkensstal, waar
hij ons trots zijn dieren toonde die gebruikt worden tijdens het schooljaar om
de studenten van de veterinaire afdeling te laten oefenen. Er lag één zeug met
een vijftal biggetjes die aan het drinken waren. Gisteren werd gezegd dat we om
half negen zouden vertrekken, maar het ochtendmaal voor de blanken stond pas om
kwart na acht klaar. We hadden gisteren 9000 FC betaald, en verwachtten dus een
heerlijk ontbijtje. Toen we aanschoven kregen we echter een plateau brood en
een bord met sardientjes. Zakjes koffiebonen die nog gemalen moesten worden en
één thermos warm water. We zijn uit armoe onze choco en confituur gaan halen,
maar hebben na het ontbijt wel duidelijk gezegd dat dit zo niet kon en we in
het vervolg ons ontbijt zelf gaan kopen. Ondertussen was de regen lichtjes
toegenomen, en spoorde de dikke abt ons aan om te vertrekken. We scharrelden
vlug al de opnameapparaten bijeen (geluid, video en foto…) en kropen met vier
op de achterbank, de abbé en pastoor
Jean zaten vooraan. Na minder dan vijf minuten reden we van de hoofdweg af, de
natuur in. Omdat we dichtbij de Kongostroom zitten is de grond veel vruchtbaarder,
waardoor de omgeving ontzettend groen is. Her en der zie je palmbomen, en rond
de (bijna) berijdbare weg is de natuur platgebrand en wordt de groei onder
controle gehouden. Zo’n kilometer van de weg (links en rechts) zie je dus een
dichte woudbegroeiing. Zelf reden we door struikgewas dat gemakkelijk boven de
auto groeide. De weg ging van slecht naar erger, tot het enkel een zandstreep
was, slechts geschikt voor een motor. We reden dan ook nog eens moerasgebied in,
met prachtige papyrusvelden langs beide kanten. De zandweg werd regelmatig
afgewisseld met een klein riviertje waar men wankele bruggen overheen heeft
gebouwd. Constructies van houten planken en balken, waar de auto minder
gemakkelijk over geraakte, zeker omdat het hout ontzettend glad was geworden
door de regen. We besloten iedereen uit de auto te halen, en met instructies
van pater Jean manoeuvreerde Izidor de Hilux over de armzalige bruggetjes. Één
keer reden we van de weg, door de begroeiing, om een bruggetje te vermijden.
Uiteindelijk kwamen we aan bij een veel bredere rivier, met een brug die je kan
terugvinden in verschillende adventure
parks, waar de auto onmogelijk over kon. We hebben Izidor moeten
achterlaten en de Hilux geparkeerd. De brug nam ons over een moerasgebied dat
deed denken aan het Amazonewoud, en de lichte regen maakte het geheel
fantastisch mooi. We gingen dus te voet verder en moesten ook een tweede brug
over die gebouwd was op grote metalen cilinders die ze uit een oude fabriek gehaald
zouden hebben. Eindelijk kwamen we dan aan in Kibamba, het dorp waar de mis
georganiseerd zou worden. We gingen eerst (natuurlijk) de notabelen bezoeken, maar moesten ons dan
naar de kerk haasten. Daar mochten we vooraan plaatsnemen, en langzaam aan liep
de kerk vol. De kerk was een gebouwtje opgetrokken uit grijze bakstenen,
vergelijkbaar met een schuurtje waar men zelf banken gemaakt heeft. Banken zijn
twee stenen op elkaar die samen een vierkant vormen. Die stenen verbindt men
met elkaar door er bamboe op te leggen langs weerskanten, waarop men dan weer
verschillende planken legt die dan als zitbanken dienen. Onze mis duurde meer
dan twee uur, heel vaak een afwisseling tussen gepreek en gezang van het
vrouwelijk en mannelijk koor dat begeleid werd door twee gitaristen en
Kongolese trommels. De zang gaat er veel heviger aan toe dan bij ons, en het
duurt ook veel langer maar je gaat mee op in het moment. Sommige praktijken
zijn minder noemenswaardig. Zo moet elk dorp apart naar voor ‘dansen’ om geld te
doneren. Er wordt zeer goed geteld hoeveel elk dorp heeft gegeven, en achteraf
worden alle bedragen voor heel de kerk luidop voorgelezen, en gepreekt welk
dorp niet genoeg gegeven heeft. Na afloop werden we bij iemand thuis
uitgenodigd om te eten, en ondanks een slecht voorgevoel was het zéér lekker én
heb ik achteraf geen miserie gehad. Tenslotte moesten we de notabelen van het
dorp gaan bedanken met $20, maar plots moest alles vlug vlug gebeuren, wánt de
Afrikaanse Champions League ging beginnen en de paters wilden op tijd terug
zijn. We wandelden terug over de twee machtig in elkaar gestoken bruggen, en
kwamen terug aan bij de auto.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten