Vandaag hebben we een uitstapje gemaakt naar een dorp waar
ook het Kimbata gesproken wordt. Het ligt verder tegen de grens met Angola, en
we hoopten onze taalkundige problemen qua klankveranderingen te kunnen oplossen
door andere informanten te interviewen. We vroegen ons af hoe ver het van
Ngidinga lag, maar hoewel de chefs zeiden dat het 12 kilometer wandelen was,
zeiden de zusters ons dat het 10 was (we hebben er ongeveer twee uur over
gedaan, maar tegen een goed tempo). Om half acht werden we opgepikt door Trésor
(Président) en Masa (chef du cité). Omdat het binnenkort verkiezingen zijn, en
Masa graag chef du territoire wil worden, was hij helemaal uitgedost in
kostuum, das incluis, voor een tocht van twee uur stappen in de volle zon. We
zouden eerst inkopen doen om ’s middags iets te eten. We waren ‘opnieuw’ de
attractie van het dorp, en moesten bepaalde uitdrukkingen leren (en ‘opnieuw’
moest het uitgeklaard worden dat Jasper een jongen is en geen meisje. Lang haar
wordt hier onmiddellijk geassocieerd met vrouwelijkheid, en het maakt blijkbaar
niet uit dat je een baard en borsthaar hebt). Ook onderweg leerden we zeggen ‘mbote lune’ (vraag) – ‘mbote tuna’ (antwoord), ‘goeiedag’; ‘Lukoledye?’ – ‘tukoledi’ (“Hoe gaat het? – Het gaat goed”) en op de weg terug “ku kivita tutuukiidi” (“we komen van
Kivita”). Bij het verlaten van de cité kom je terecht op de kleine zandpaadjes
tussen de savanne en de akkertjes. Waar de Fwiidi (de rivier) de heuvels doorsnijdt,
vindt je eilanden van groen in het dorre savannelandschap. Op de weg die we in
het heengaan namen moesten we de rivier oversteken op de ‘pont de signes’, de apenbrug. Hoewel de vergelijking lichtjes
overdreven was (de brug zou bij het oversteken heen en weer schommelen, vandaar
de apenbrug), was het toch een schamele, krakende, houten constructie. Er moest
en zou een foto van de hele groep genomen worden (ik was gelukkig fotograaf),
en volgens Jasper kraakte de bodem gevaarlijk onder het gewicht. Na iets meer
dan twee uur kwamen we aan in Kivita, waar we reeds verwacht werden. Masa had
de dag ervoor een klein groepje mensen naar Kivita gestuurd om te melden dat er
vandaag blanken zouden komen. Natuurlijk moet er eerst een reeks formaliteiten
plaatsvinden voordat het werk kon beginnen. De chef du village was weg om een
kwestie op te lossen en had last van zijn knie, dus kon ook niet zo snel
terugkeren. Nadat we twee keer van plaats veranderd waren (met de jeugd van het
hele dorp als publiek), konden we beginnen. We verdeelden ons in drie groepjes,
en ieder kreeg een eigen plekje toegewezen (Koen in de kerk, Jasper en ik in
een kot/huisje). We wilden ons vooral focussen op de klankveranderingen en ik
op tense en aspect (mijn thesisonderwerp), en we hadden een klein lijstje klaar
waardoor we een korte sessie konden houden (die van mij duurde weer veel langer
dan die van de anderen…). Voor we vertrokken werden we (natuurlijk) uitgenodigd
om een glaasje (eigenlijk meerdere glazen) palmwijn te drinken met alle
‘belangrijke’ mensen. Maar we moesten natuurlijk op tijd vertrekken om voor het
donker terug in Ngidinga toe te komen. Onderweg stonden heel wat delen van de
heuvels in brand (een zeer normaal gebruik in de landbouw hier). We hebben de
uitstap afgesloten met een frisse pint in Ngidinga – Trésor was weer ‘en forme’ vandaag, we hebben hartelijk
kunnen lachen met zijn uitspraken; we gaan hem nog missen als we hier
vertrekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten