dinsdag 21 augustus 2012

Satanic music and a night out in Ngidinga (19/08/2012)


Sinds gisteren zijn we ongeveer klaar met de drie varianten die we wilden onderzoeken. Gisteren namiddag bij het verwerken van de data van het Kinkanu stelden we ons nog paar vragen, dus moeten we twee informanten dinsdag laten terugkomen. Aangezien we met vier zijn, zouden twee van ons dan nog verder werken met de informanten, en twee anderen zouden naar Kimpese gaan, waar we nog bij een andere variant basiswoordenschat zouden vragen om de klankverschuivingen te onderzoeken. Woensdag zouden we dan terugkeren naar Kisantu om daar een kleine rustpauze in te lassen. Ondertussen zijn er ook al klachten over mij… Als we overdag of ’s avonds eens even niet werken, zet ik vaak een muziekje op voor een beetje sfeer, maar dat wordt duidelijk niet geapprecieerd door onze huisgenoten. Het zijn twee jonge gasten die voor priester studeren, en hier tijdens de vakantie twee maanden op religieuze stage zijn. Blijkbaar mogen ze dan niet verleidt worden door ‘leuke’ of ‘aardse’ dingen, het moet heel sec zijn (en blijkbaar is dit vooral zo bij de Jezuïeten). In plaats van dat even te komen zeggen, hebben ze hun beklag gedaan bij de nonnen, die er dan met Ntunda over hebben gepraat, waardoor de cirkel rond was en hij het nieuws tegen ons kon vertellen. Ook tegen Mbala, een student van Ntunda aan de universiteit van Mbanza-Ngungu, die ons helpt met het transcriberen van verhalen die we informanten laten vertellen, hadden ze blijkbaar gezegd dat we hun ‘gedérangeerd’ hadden. Ik bedacht me dan dat ze wel in de juiste cité waren gestationeerd, zo goed als elke avonds knalt de muziek van de bar een halve kilometer verder duidelijk hoorbaar tot hier, maar een beetje achtergrondmuziek stoort dan duidelijk wel. Gelukkig klaagden ze enkel op de ‘computermuziek’, en stoort de gitaar niet (‘What the fuck?’ was mijn eerste gedachte). Koen en Jasper vonden de muziek dan weer wél zeer goed, zodat we zelfs aan het uitwisselen zijn geslagen. Gisterenavond om zes uur waren we uitgenodigd om bij Trésor te komen eten. Ook het huis van een lokale chef heeft geen elektriciteit, en binnen zit je dus in de totale donker, behalve twee sterke zaklampen. Zijn vrouw had mbiika (lijkt op vegetarisch gehakt van courgette) gemaakt met een licht pikante saus (zeer lekker wel), met Thompson, een vis die hier zeer graag gegeten wordt, en natuurlijk véél te véél fufu (het meelachtig goedje dat geen smaak heeft). We kregen ook een beker water, en ik was heel achterdochtig maar het leek ons onbeleefd te weigeren, en we hebben dan toch maar wat gedronken. Toen we klaar waren (het was geen hoeveelheid à l’Europe, maar Trésor en zijn vrouw aten nóg minder, slechts enkele restjes) werd er nog een Primus gedronken. Het is hier de gewoonte om een klein beetje van je glas op de grond te gieten om de voorouders te eren, en dit hadden we al geleerd toen we met de drie chefs iets hadden gedronken in de bar, en iedereen zijn eigen fles had. Maar nu goot Chantal een beetje in het eerste glas, dat ze vervolgens overgoot in het volgende (en dan het eerste glas volschonk). Zo ging het kleine scheutje over van glas tot glas, tot het laatste, waarna het dan voor de deur werd weggekapt. Zo hadden we allemaal de voorouders geëerd. Na minder dan een uurtje werden we vriendelijk verzocht te vertrekken (Trésor heeft zo zijn eigen manier: Bon, il y a le temps…), en zijn we nog afgezakt naar de bar. We zaten buiten aan een tafeltje, en waren al snel weer het hoogtepunt van de avond. Er vormde zich een hele rij toeschouwers, en ook steeds meer kinderen kwamen naar de mindele kijken. Ze werden steeds minder wantrouwig, en de cirkel kromp steeds verder, tot ze letterlijk aan onze tafel stonden. We voelden ons een beetje als apen in een kooi, maar zolang het interesse is en geen haat kan ik er mee leven. Vele kindjes hadden nog nooit een blanke gezien, dus natuurlijk waren ze ontzettend nieuwsgierig naar hoe we eruit zien, hoe we bewegen en praten. Nu we voor het eerst ook ’s avonds in de cité waren, kregen we een idee van hoe het er normaal aan toe gaat (wel een vervormd beeld want er was véél meer volk dankzij de drie blanken). Er wordt dus wel degelijk gedanst op de muziek die we anders tot bij ons horen, zowel door jong en oud. Ze dansen echt ongecontroleerd, losjes, zonder schaamte, en op gevoel. Geen enkele beweging is ‘belachelijk’, en het is juist die zotte spontaneïteit maakt het zo mooi. Ik voelde me sinds de middag al een beetje slapjes, en wou tegen tien uur toch in bed liggen (morgen is het zondag en kunnen we een beetje uitslapen, er staat niets speciaals/verplicht op het programma). Vandaag komt Gilles-Maurice ook toe, maar aangezien er hier geen plaats meer is, zal hij voor drie nachten bij de paters moeten logeren. Koen is al eens gaan checken, en het lijkt daar nog krottiger dan hier. Er is gelukkig al water, maar buiten twee mensen is het helemaal verlaten, en er is ook geen stroom. We zullen echter wel internet hebben, want hij heeft een modem gekocht, en ineens voor $50 credits gekocht. Het is ook moeilijk om wat verder dan paar dagen vooruit te kijken, aangezien we ook met de archeologen rekening moeten houden en we maar één auto ter beschikking hebben voor beide ploegen. Momenteel is Bernard alleen, en heeft hij zijn twee studenten naar huis moeten sturen, omdat ze enkel met motors tot bij de site geraken, en ze vragen $70 dollar per persoon. Hij kan gemakkelijk de prospectie alleen doen, en we zouden elkaar morgen proberen te ontmoeten aan de brug. Hij zit nu eigenlijk aan de andere (‘verkeerde’) kant van de rivier (van waar hij nu is, is er een weg naar de site, maar die stopt op een gegeven moment, en van daar is het nog twee uur stappen tot bij de site), en indien de weg van hier naar de brug berijdbaar is, kan hij in de buurt van de site kamperen, en de bevoorrading vanuit Ngidinga doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten