Gisteren zijn we aangekomen bij de zuster de Notre-Dame in
Ngidinga. Hoewel dit ons nog steeds een degelijk verblijf lijkt, is het heel
wat minder dan bij de zusters in Kisantu. Er ontbrak ten eerste al een
muggennet in de tweepersoonskamer, er zijn geen kussens aanwezig (ik rol mijn
vest en t-shirt in een grote handdoek en gebruik dat als kussen) en mijn matras
heeft een U-vorm. ’s Avonds is er geen stroom en momenteel werken we in de
donker. Soms krijgen we plots vijf minuutjes stroom, maar hoe later op de
avond, hoe kleiner de kans dat het licht aanspringt. De beestjes zijn talrijk
aanwezig, met vele vleermuizen die zich onder de dakplaten nestelen en ’s
avonds in grote aantallen vanonder de daken vliegen, spinnen die een pak groter
zijn dan de gemiddelde in België, en we hebben zelfs een hagedis of salamander
in het bad wonen; we kunnen enkel de
helft van het lichaam zien, de rest verdwijnt in de afvoer. Zeer vroeg in de
ochtend (ik had de energie niet om naar het uur te kijken, maar Ntunda zei om
drie, vier en vijf uur) kraaide de haan ons luid wakker. We hadden om acht uur
afgesproken bij de notabelen van Ngidinga, dus ik wou om zeven uur stipt uit
bed om te gaan eten. We zijn dan te voet naar het dorp gewandeld, om het
respect te behouden tussen de informanten die bij ons op het domein van de
zusters zouden werken. Indien we met de auto zouden zijn gegaan, moesten zij te
voet achter komen, wat weinig respectvol zou geweest zijn. Onderweg naar het
dorp kwamen we langs de enigste hoek op het domein waar een iets of wat deftige
verbinding is, dus daar wou Jasper nog even stoppen om een bericht te sturen.
Maar je moet dus letterlijk in de hoek gaan staan, hoewel we vandaag ook
gemerkt hebben dat je op sommige stukken van de hoofdweg ook verbinding hebt. We
verzamelden terug op de koer voor het huis van de chef van gisterenavond. De
chefs hadden voor ons drie ploegen samengesteld, voor elk dialect één ploeg van
drie sprekers. Ze hebben iedereen voorgesteld, en na de formaliteiten zijn we
met de eerste drie (de drie chefs hadden zichzelf als informanten aangeduid,
natuurlijk komt ons dat ten goede uit omdat je dan goedkeuring hebt van de
hoogsten, maar ook zij profiteren, aangezien het geld rechtstreeks in hun
handen terechtkomt). Al snel kwam de vergoeding ter sprake, en dankzij Ntunda
hebben we een goede regeling kunnen treffen. Het aanbod waarmee ze begonnen was
ongelooflijk hoog, 50 dollar voor de drie dagen per persoon, maar ons startbod
was 5 dollar per persoon per sessie, wat ze dan graag verdubbeld zagen. Zo
kwamen we nog tot een compromis waarin zowel de chefs als Koen zich konden
vinden. We hadden van de zusters drie lokalen ter beschikking gekregen in de
school van de congregatie, en het afnemen van de questionnaires of
woordenlijsten kon beginnen. Het wordt de volgende dagen een beetje zoeken naar
een goede methode, reeds nu had mijn informant na enkele keren proberen een
goede werkmethode, maar de analyse achteraf toonde toch enkele mankementjes. Zo
zagen we dat mijn informant vaak de Franse zin zo letterlijk mogelijk probeert
te vertalen, wat vaak verkeerde of geforceerde zinsconstructies oplevert. We
zullen de volgende dagen nog een beetje moeten zien hoe we dit kunnen bijsturen.
Rond de middag zijn de chefs dan teruggekeerd naar het dorp, en hebben wij
kunnen eten (godzijdank; Koen hoopte een beetje af te vallen hier maar hij is
altijd degene die twee volle borden opeet). Om twee uur zijn we begonnen aan
het transcriberen en analyseren van het materiaal (hoewel de transcriptie op
zich al langer duurt dan gedacht, dus een analyse en de problemen die zich
voordoen zullen voor later zijn, en best in samenwerking met Ntunda). Rond half
vier kwam Ntunda plots binnen, en vertelde heel gewoon dat hij weg was.
Blijkbaar hadden we hem onrespectvol behandeld, had hij op één of andere manier
verstaan dat hij moest betalen voor zijn verblijf, of omdat we niet op hem
hadden gewacht voor het middageten, of hem niet hadden ingelicht… Soit, het
probleem was ons niet duidelijk, ook nadat Koen hem achterna was gegaan om de
zaak op te lossen, maar ineens leek de kans groot dat we zonder onze
belangrijkste hulp, zowel op sociaal vlak (contact met de lokale bevolking) als
taalkundig vlak (hij spreekt zelf als moedertaal het Kintandu, een
Kikongovariant), zouden verliezen. Koen zei dat het allemaal een misverstand
was, maar dat was blijkbaar geen goede zet, want dat betekende voor Ntunda dat
hij dan iets verkeerd had begrepen (en hij dus ‘dom’ was, om het cru te
zeggen). Hij was blijkbaar helemaal opgedraaid en over zijn toeren. Hij ging
naar het dorp om de chefs in te lichten over wat er was gebeurd, en Koen had
Izidor achter hem gestuurd om hem om te praten. Jasper, ik en Koen hebben dan
verder gewerkt (Koen ging regelmatig kijken of Ntunda terug op het domein was,
maar lang hebben we hem niet gezien of van hem gehoord). In de late namiddag
kwam de zuster langs om te zeggen dat Ntunda was teruggekeerd en momenteel in
zijn kamer zat, maar toen Koen ging kijken was hij daar niet. Uiteindelijk is
hij toch opgedaagd, en heeft Koen zich uitgebreid verontschuldigd, waarna de
problemen opgelost leken te zijn. We hebben dan samen een biertje gedronken om
de gemoederen te bedaren en terug te verbroederen, waarna Ntunda zich terugtrok
in zijn verblijf. Ik verstond niet goed wat hij zei, maar ik denk dat hij zei
dat hij iets tegen de zusters had gezegd waardoor hij hen nu niet onder ogen
kon komen. Ook Jasper paste voor het avondeten, hij heeft lichtjes last van
zijn maag, hoewel het tegen de late avond al wat beter leek te gaan (hij heeft
een aparte verzameling medicamenten tegen dat soort problemen). Hij was ook moe
van het werk en is op tijd onder de lakens gekropen. Koen en ik hebben ons dan
nog even op de transcriptie en analyse gesmeten (Koen is nog steeds bezig
terwijl ik dit schrijf). Maar morgen staan
onze informaten terug klaar om acht uur, dus zullen we op
tijd moeten opstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten