dinsdag 7 augustus 2012

Rupsen als maaltijd om 5 uur, chocomousse om 7 (06/08/'12)


Vandaag is onze eerste echte dag in Kisantu. We verblijven in een missiepost bij nonnetjes die Vlaams spreken, maar het is niet duidelijk van welke congregatie ze zijn. Eéntje is een rasechte West-Vlaamse, harde tante, maar ze zijn allemaal overvriendelijk. We slapen in  de kelder, en hebben deze keer geen douche en toilet op de kamer. Ik verwachtte op voorhand dan ook niet dat we altijd die luxe zouden hebben. Er is wel internet, maar dat wordt ’s avonds afgezet, omdat de bliksem tot tweemaal toe is ingeslagen door de modem (zeggen ze). Deze ochtend hebben we een goed ontbijt gekregen met zelfgebakken brood, verschillende vleeswaren en natuurlijk choco, confituur én zelfs speculoospasta. We hebben samen ontbeten met een meisje dat hier ook verblijft en op stage is voor haar studies (ik dénk dat ze zei dat ze interculturele communicatie studeerde in Mechelen). Ze werkt voornamelijk in Kinshasa, maar is momenteel op bezoek in Kisantu. Ze is echt al thuis hier, want ze doet mee aan de kleine taken zoals tafel afruimen en afwassen (wat een beetje verwacht wordt van de paar bezoekers die hier verblijven). Aan tafel wist Koen ons te vertellen dat hij voor vandaag een opdrachtje had voor ons, maar we moesten nog even wachten op verdere informatie. We kwamen dan wat later samen op de bovenverdieping, waar een klein terrasje/’lounge’ (in de ruime betekenis van het woord) is. We zouden vandaag naar het dorp gaan waar ook de archeologen werken, om daar een eerste aspect van het Kikongo te verkennen (tonal cases). Het zou echter ook voor ons een kleine oefening zijn waarin we konden experimenteren met de apparatuur, de questionnaires en het werken met informanten. Het échte werk zou dus vandaag beginnen. We zijn dan naar Kindoki gereden, en hebben eerst de opgravingssite van de archeologen bezocht. Voor een leek zag het er ongelooflijk vergevorderd en chique uit, en ook Bernard was héél enthousiast (’s avonds zei hij zelfs dat hij de televisie erbij wilde halen, maar Koen haalde dit snel uit zijn hoofd; zo weinig mogelijk aandacht trekken is momenteel de hoofdzaak). Daarna zijn we teruggekeerd naar het dorp (de route tussen het dorp en de opgravingssite loopt doorheen de ‘velden’ en savanne, een eerste keer erdoor lopen is een prachtige ervaring op zich; zo stel je het voor om in ‘de Congo’ te lopen), waar Koen ons verliet en we begonnen aan het eerste interview. Eerst waren we aan het sukkelen om alles te installeren en monteren, maar uiteindelijk vonden we een goede balans tussen de verschillende apparaten en installatiemogelijkheden. Het afnemen van een interview verloopt zeker niet volgens een strak schema; je probeert je aan je vaste zinnen te houden, maar de geïnterviewde wil graag gewoon een praatje slagen, of plots komt er iemand voorbij waarmee hij ruzie heeft en breekt er een woordwisseling uit (écht gebeurd). Ze denken ook logisch, dus soms als je een vraagzin zegt, en wil die vertaald krijgen in hun taal, zullen ze op de vraag antwoorden in plaats van de vraag te vertalen. Zinnen die een beetje achterhaald of onlogisch zijn, kunnen voor problemen zorgen en dan moet je het anders aanpakken. We hebben dan toch een drie uur kunnen opnemen, met verschillende zinnen en woorden, enkele keren verplaatsen voor de zon, een ruzietje, nieuwe mensen die erbij komen zitten en iedereen moeten groeten, etc etc.  We zullen ook moeten wennen aan dagen zonder middageten als we in de kleine dorpjes werken, want nergens kan je eten kopen. De honger en vermoeidheid slaan na de middag dan ook genadeloos toe, waardoor de concentratie zienderogen afneemt. Tijdens het interview kwam de chef du village erbij zitten, en niet zomaar de chef, maar hij had zeker drie dorpen onder zijn supervisie. Het was een oude man en tijdens onze opnames viel hij verschillende keren bijna in slaap. Het was dan ook op zijn erf dat we aan het werk waren. Rond vier uur hadden we ongeveer alles (in de mate van het mogelijke, en onze ‘goesting’ was ook een beetje over) wat we nodig hadden, en we zagen de dorpelingen die de archeologen helpen met de opgravingen passeren met het graafmateriaal. We zijn meegegaan naar de kampeersite  en kwamen Koen onderweg tegen. We hebben dan een lekker glas warme palmwijn gekregen (één jerrycan was van de ochtend en was dus warm, de andere was verser en wat frisser ook). Drinken op een (zeer) lege maag leek me aanvankelijk geen goed idee, maar ik denk dat het alcoholgehalte niet te vergelijken is met onze standaard. We kregen dan nog wat te eten, ondanks het feit dat we bij de zustertjes in Kisantu ‘gereserveerd’ hadden voor het avondeten. Ditmaal werd de kwanga, fufu en rijst aangevuld met een potje klaargemaakte rupsen; ongelooflijk pikant gekruid, maar niet zo lekker van smaak of aangenaam van structuur. De Afrikaanse stagiaires van de archeologische ploeg aten ze met smaak, ik heb het bij één portie rupsen gehouden. De ndunda was echter zéér lekker, en daar heb ik dan nog goed van bijgenomen. Toen we klaar waren, kregen we plots bezoek van enkele ‘belangrijke’ mensen van de streek (politieman incluis), die blijkbaar niet ingelicht waren van onze bezigheden. Bernard trok zich er even mee terug, en na een klein kwartiertje waren alle problemen opgelost en konden ze samen een pintje drinken. Wij gingen dan door naar Kisantu, aangezien we op tijd moesten zijn voor avondmaal numero dos (dit om het ontbreken van een middagmaal goed te maken). De pot schafte een quiche gemaakt door een Duitse gaste met sla en zelfgemaakte mayonaise, en als dessert heerlijke chocomousse. De pot werd grondig uitgelepeld door een zuster. We hebben dan, als goede gasten, mee de afwas gedaan, en daarna was het tijd om als linguïst terug aan het werk te gaan. De opnames waren van zeer goede kwaliteit (thank god!), maar het aspect waar we ons mee bezighouden is zeer tijdrovend, en we hebben toch minstens twee uur gedaan over een opname van elf minuten (we zijn benieuwd hoe lang we over de opname van drie uur gaan doen). Morgen trekken we reeds verder naar Nkidinga na het middageten (we zouden nog wachten op een pater, tenzij die niet aankomt voor de middag). Koen zou in de voormiddag nog even naar Kindoki gaan om te spreken met pottenbakkers, en dan kunnen Jasper en ik nog wat voortwerken aan de tonale transcripties. 

ps: als er fouten of herhalingen voorkomen, vaak wordt de tekst voor de blog geschreven na 24u, wanneer de vermoeidheid reeds heeft toegeslagen. Voor nalezen heb ik dan noch de energie, noch de goesting.
Ik heb me ook vergist in de namen van de gerechten! Fufu is het warme, plakkerige deeg, en ndunda is de spinazieachtige lekkernij. Dan heb je ook nog kwanga, dat is een (koude) deegrol dat naar niets smaakt, maar wel zéér goed de maag vult.

1 opmerking: