dinsdag 21 augustus 2012

Settled at Ngidinga, getting to know our Bambata informants and coping with linguistic irregularities (11/08/2012)


Nu we hier al enkele dagen zijn, beginnen we zowel het domein als onze informanten een beetje te kennen. We logeren in een klein huisje met twee ‘stagaires’ uit Kisantu (wát nu eigenlijk de bedoeling is van hun stage hier is niet duidelijk). De omstandigheden zijn al meer basic dan in Kisantu. Zo werd ons aangeraden geen water van de douche te gebruiken (indien daar al water uitkomt). Buiten is een kraan waar het water voor de toilet, de douche en het wassen van de kleren voor wordt gebruikt. De kraan werkt enkel overdag, net als de stroom. ’s Nachts is er helemaal geen stroom, en ’s avonds hangt het ervan af welke dag. Ik denk dat de stroom per gebied wordt geregeld; de ene avond krijgt het ene gebied stroom, de andere avond het andere gebied. In de namiddag werken we steeds op de opnames, dus kunnen de batterijen van de pc’s opladen zodat we ook ’s avonds verder kunnen werken indien er eventueel geen stroom is (buiten Jasper; de batterij van zijn pc kan niet opladen en hij heeft dus stroom nodig om te kunnen werken); dan zitten we ook gezellig in het donker, enkel verlicht door onze schermen. Een zaklamp is hier geen overbodige luxe maar een handig kleinood, dat ik na twee dagen in het donker lopen altijd bij me heb. Er is een kamer met internet aanwezig (200FC, d.i. Congolese Franc, voor 10 minuten, wat ongeveer neerkomt op een euro per uur), maar we hebben nog niet gevraagd wanneer we die kunnen gebruiken. Het bereik van de gsm is zeer onregelmatig, en op heel het domein is er maar één hoek waar je met vodacom kaarten bereik hebt (met een ander netwerk heb je blijkbaar op meerdere plaatsen beter bereik). Elke dag is er goed te eten, drie maaltijden per dag; ’s middags en ’s avonds zelfs warm (’s avonds vaak de overschot van ’s middags, semi-verwarmd). Vandaag (11/08/2012) was de laatste dag dat we met onze informanten op het Kimbata hebben gewerkt. We hebben over de voorbije dagen een evaluatie kunnen maken, en uiteindelijk zijn we niet helemaal tevreden over wat we gekregen hebben. Vooral qua uitspraak zijn er grote problemen die zich stellen, wat toch een van de belangrijkste onderwerpen is voor een historisch-vergelijkende studie. We vragen ons dus af in hoeverre de informanten niet beïnvloed zijn door de andere varianten. Als oplossing zouden we, of één van ons, naar een dorp verder naar de grens met Angola gaan (zo’n 12 kilometer van Ngidinga), om een vierde buitenstaander te interviewen, en daaruit conclusies te trekken wat de klanken betreft. Koen had een informant die heel consistent steeds op dezelfde plaatsen dezelfde klank uitsprak, daar waar de informanten van Jasper en mezelf zichzelf vaak tegenspraken (en dus varieerden qua klanken). Daaruit hadden we de conclusie getrokken dat Trésor (de eerste informant) het meest waardevol en betrouwbaarst was, totdat we ze bij elkaar hadden gezet om de dingen uit te klaren. Toen we vroegen of de klank die Trésor consistent uitsprak, die klank was die in het Kimbata wordt gebruikt, ontkenden ze allebei onmiddellijk, waardoor de data die we verzameld hadden over die klank dus totaal geen steek meer hield; Koen geloofde nauwelijks zijn oren, en zit dus nu met grote vragen bij de bruikbaarheid van de informanten. Natuurlijk, wat de andere taalkundige onderwerpen betreft kunnen we verder met wat we hebben opgenomen, maar qua fonologie is het nu wel heel onduidelijk en troebel. Vanavond werden we door de drie chefs uitgenodigd om in de cité iets met hen te gaan drinken. Om vijf uur kwart werden we door hen verwelkomd en namen we plaats in het lokale cafeetje. Het is vanavond ook markt, wat betekent dat de straten van Ngidinga veel drukker zijn (stel je niet te veel voor, we hebben al proberen een onderscheid te maken tussen Kisantu-stad, Ngidinga-dorp en Kindoki-gehucht; Ngidinga kent maximum drie straten). Koen vroeg aan mij om wat foto’s te nemen van de markt, maar ik voelde me niet echt veilig alleen dus vroeg Jasper mee te komen. Trésor zag dit als een kans om ons mee te nemen naar zijn huis om zijn vrouw (Chantal) voor te stellen. Onderweg trokken we hier en daar een foto, wat niet altijd geapprecieerd werd. Het lokale cafeetje heeft een enorme speaker die véél te luid staat om elkaar te verstaan als je buiten zit. Trésor moest en zou arachidenootjes kopen om te consumeren bij het bier; een echte aanrader. Na een klein uur en half wou hij heel de bende nog eens aan zijn vrouw voorstellen, maar ze was ondertussen naar de rivier om water te halen. De arme Chantal degradeerde in twee minuten voor Trésor van ‘une femme très fidèle’ – omdat ze onmiddellijk water ging halen als het op was - naar ‘une femme terrible’ – omdat ze er niet was nu hij ons wou voorstellen. Trésor zelf is onbeschrijfelijk, een oude man met een veel te hoge potentie (tijdens de sessie met Koen kregen we uitspraken als ‘eerst moet je goed eten, daarna een pintje drinken en dan ’s nachts je vrouw goed afrijden; als ze weent dan ben je goed bezig). We kunnen het hem niet al te kwalijk nemen, zijn vriendelijkheid kent geen grenzen, het is een vrolijke man die elke dag een ander kostuum draagt en een andere hoed op heeft (foto’s van de ijdeltuit volgen normaal gezien wel). Het is nog niet duidelijk wat de planning van de komende weken wordt, maar we verblijven zeker nog minstens een week, waarschijnlijk twee weken hier in Ngidinga. Als we hier klaar zijn reizen we door via Boma naar Mwanda, verder naar het westen en naar de kust.

1 opmerking:

  1. nekeer goed afrijden hé , da doen we in belgië ook znne xd .
    swel kloete dage zoveel ni kunt gebruiken ineens.

    BeantwoordenVerwijderen